Filosofie van de krijgskunsten

Ik ga proberen u de weg van de krijger uit te leggen zoals ik hem zie. Vele onder u zullen denken dat het voor hen weinig toepasbaar is, dat het ver van hun leven af staat. Niets is minder waar. Als je de weg van de krijger toepast op je dagelijks leven, je eigen weg van “de moderne mens” zal je veel beter resultaten halen. Als je dag gekomen is zal je kunnen terug kijken op een rijk leven. Een leven met veel pijn en verdriet, met moeilijke momenten maar ook een leven met veel vreugde en mooie momenten. Je zult rijk zijn aan ervaring en als een wijs persoon beschouwd worden.

Bij het bestuderen van de krijgskunsten die hun oorsprong in het oosten hebben moeten we eerst wat dieper ingaan op de principes van de oosterse filosofie en de contrasten met de westerse. Het westers denken is vooral gebaseerd op de filosofie van de oude Grieken, het oosters op dat van het vroege China. We moeten hierbij in beschouwing nemen dat China zijn cultuur veel verder terug gaat in de tijd dan de onze. De 1ste chi-gong oefeningen dateren van ongeveer 5000 jaar geleden. Het boek van Tsun Wu, “De kunst van het oorlogvoeren” dateert van ongeveer 400 voor christus. Opvallend is ook dat krijgskunst in China een belangrijk onderdeel van filosofie was terwijl dit in het westen helemaal niet zo was. Elk chinees filosofisch werk bevat ook een hoofdstuk dat gaat over krijgskunst, strategie, tactiek. Het westers denken gaat alles afzonderlijk bekijken, het oosters ziet alles meer in zijn geheel. Dit komt heel duidelijk naar voor in de geneeskunde. De westerse geneeskunde bekijkt de mens in onderdelen. Gaat er iets mis dan kijkt men naar welk onderdeel er ziek is en gaat dit behandelen, eventueel wegnemen. De oosterse geneeskunde ziet het menselijk lichaam als een geheel. Wanneer er iets slecht werkt gaat men zijn verbanden bekijken met andere organen, kijken naar zijn werking binnen het lichaam. De oosterse geneeskunde gaat het lichaam als één geheel behandelen. Van waar komt deze verschillende manier van denken, van waar dit verschillend wereldbeeld?

Al van vroeg had de mens de behoefte van de wereld rondom hem te verklaren. Hij wenste orde te brengen in de chaos zodat hij alles zou kunnen begrijpen en bevatten. De mens had behoefte om de zin van het leven te verklaren. Waarom zijn wij hier, waar komen we vandaan, waar gaan we naar toe, wat is onze betekenis in het geheel, wat is de betekenis van het lijden.

Ten tijde van Plato en Aristoteles werd het klassieke Griekse denken overheerst door een theorie “van 2 werelden”. De wereld van de werkelijkheid en de wereld van verandering. Dat wat schept en dat wat geschapen wordt. Dat wat beveelt en dat wat bevolen wordt. Dat wat beweegt en dat wat bewogen wordt. Later, bij de samenstelling van de Griekse filosofie en de joods Christelijke traditie, werd deze dualistische manier van denken sterk verankerd in de westerse beschaving als dominant paradigma (= een samenhangend stelsel van modellen en theorieën die een denkkader vormen waarmee de 'werkelijkheid' geanalyseerd en beschreven wordt). Het geloof in iets dat structuur in de oorspronkelijke chaos bracht. Omdat de 1ste wereld de 2de bepaalt, wordt de 1ste opgevat als de oorspronkelijke bron, een scheppend, bepalend principe dat gemakkelijk te vertalen is in de joods-christelijke godheid, die zowel natuurlijk als morele orde in de chaos brengt. Daarom bevat onze vroege traditie zowel het kosmogonische (= uitgaan van een oorspronkelijke scheppingsdaad, een begin) als het theologische (= veronderstellen van een uiteindelijk doel). God schiep de wereld, en het leven van de mens krijgt betekenis doordat Gods schepping bestemming en doel heeft. Vanuit dit bestemmingsprincipe neigen we naar een uitleg van gebeurtenissen in de wereld die lineair en causaal (= Oorzakelijkheid, causaliteit of de wet van oorzaak en gevolg verwijst naar de veronderstelling of theorie dat gebeurtenissen plaatsvinden als gevolg van bepaalde andere gebeurtenissen die daaraan vooraf gegaan zijn. Een oorzaak gaat vooraf aan een gevolg. Men spreekt in dergelijke gevallen van een causaal verband tussen twee gebeurtenissen) is. De mens bevindt zich in de 2 werelden. De ziel behoort tot de scheppende en blijvende wereld, het lichaam tot het rijk der verschijnselen. De secundaire wereld is dus volledig afhankelijk van de primaire wereld. Het is een ingewikkelde uiteenzetting en het zou ons te ver voeren om het hier in detail te bespreken maar ons westers denken wordt hierdoor wel bepaald. Werkelijkheid/verschijnsel, kennis/mening, waarheid/valsheid, zijn/niet zijn, schepper/geschapene, ziel/lichaam, rede/ervaring, oorzaak/gevolg, objectief/subjectief, theorie/praktijk, natuur/cultuur, vorm/materie, universeel/persoonlijk, logisch/retorisch, cognitief/affectief, mannelijk/vrouwelijk, enz. . Uiteindelijk komt het er op neer dat de westerse mens dingen objectief gaat bekijken. Hij gaat dingen uit zijn context nemen en ze onafhankelijk van zijn omgeving bekijken. Het westers denken is gebaseerd op een wiskundige manier van denken.

Het oosters denken ziet alles in één wereld. Er is slechts één continue, concrete wereld, die de bron en plaats van al onze ervaringen is. Orde is in het klassieke Chinese wereldbeeld aanwezig in de dingen zelf, als de vezel in het hout, de nerven in een blad en de groeven in een steen! De wereld is zodoende haar eigen directe oorzaak. Ze is resoluut dynamisch, zelfgenererend, zelf organiserend, in zekere zin levend. Deze wereld bestaat uit een oneindige hoeveelheid chi’s. Chi is een typisch oosters begrip. Westers wetenschappelijk is het de dunne lijn tussen massa en energie en omgekeerd, te verklaren vanuit de kwantum theorie. Voor het oosten is het een stuwende kracht die in alles zit. Laten we even dieper ingaan op het principe yin/yang. TAO is het universum, alles wat is maar ook alles wat niet is. De TAO is niet te kennen of te begrijpen, maar toont zich in 2 antagonistische maar complementaire krachten: yin & yang. Letterlijk betekent Yin schaduwzijde en yang zonnezijde. Yin is dus absorberend en yang is gevend. Op deze manier is yin dus vrouwelijk en yang mannelijk. Deze termen zijn betrekkelijk en dynamisch. Absolute immobiliteit bestaat immers niet. Het één gaat dus over in het ander. Op elk moment is het één ook in meer of mindere maten het andere. Het is dus niet zwart/wit maar het constant over gaan van wit naar zwart en van zwart naar wit Het klassieke Chinese wereldbeeld ziet dus alles in zijn geheel. Elk individu heeft invloed op een ander individu als in een grote familie. Elke gebeurtenis is een gevolg van andere gebeurtenissen en veroorzaakt nieuwe gebeurtenissen die dan weer invloed hebben en oorzaak zijn van andere gebeurtenissen.

Vanuit die manier van denken groeien religies. In het westen krijgen we de joods Christelijke godsdienst in het oosten hebben we het boeddhisme, met al zijn vormen en het confucianisme.

Op het eerste zicht lijken deze westerse en oosterse religies misschien totaal verschillend maar als men ze nader gaat bestuderen lijken ze erg hard op elkaar en is het vooral de westerse en oosterse manier van denken die een verschil maken. Bij het christelijke en joods geloof hebben we een God die de stuwende kracht is voor onze wereld. In het oosten vertrekt alles vanuit de mens, het individu zelf. Dat zijn dus fundamentele verschillen maar de vragen en de antwoorden in deze religies gelijken erg op elkaar. Ze zoeken allen een antwoord op waarom we hier zijn, waarom we moeten lijden.

Ze vertellen ons goed te zijn voor elkaar en alzo een betere wereld te maken. In het westen gaat men bidden in het oosten gaat men mediteren. Mediteren kan op verschillende manieren en eigenlijk is bidden gewoon een andere manier van mediteren.

Het geen een volwaardige religie je leert is om over dingen na te denken (mediteren, bidden) en ze dan los te laten. Om je niet te veel te hechten aan wereldse zaken want dat is dikwijls oorzaak van veel lijden. Om je niet te veel te hechten aan dit leven en de dood te aanvaarden als een nieuw begin. Ze leren je om in het nu te leven. Niet teveel bezig te zijn met het verleden en je ook niet teveel zorgen te maken over de toekomst. Het moment nu is een gift en het enige wat telt. Een volwaardige religie durft zich zelf in vraag te stellen en moedigt je aan om na te denken.

Als men de basis regels van elk van die religies gaat bekijken en met elkaar vergelijkt gaan we zien dat ze eigenlijk erg hard op elkaar lijken.

De joods, christelijke religies hebben hun 10 geboden: “1. Bovenal bemin 1 God, 2. Zweer niet ijdel, vloek nog spot; 3. Heilig steeds de dag des Heren; 4. Vader, moeder zult gij eren; 5. Dood niet, geef geen ergernis; 6. Doe nooit wat onkuisheid is; 7.Vlucht het stelen en bedriegen; 8. Ook de achterklap en liegen; 9. Wees steeds kuis in uw gemoed; 10. Begeer nooit iemands goed

Het confucianisme heeft als belangrijkste regel: “Wat u voor uzelf niet wenst, wens dat een ander niet.” Klinkt dat voor een christelijk persoon niet bekend? Het heeft zijn 6 deugden: 1. Menselijkheid(Ren=仁): of medelijden; 2. Kinderlijke gehoorzaamheid (Xiao=孝): de liefde dat een kind t.o.v. zijn ouders verplicht is, wordt beschouwd als de ruggengraat van het confucianisme; 3. Rechtvaardigheid (Yi=仪): niet handelen uit eigen belang als het ook niet in het belang van andere is; 4. Fatsoen (Li=礼): juist handelen op de juiste moment; 5. Trouw (Chun): trouw voor je land maar ook voor je familie, ouders 6. Wederkerigheid (Shu): vorm van wederzijds respect

De Dalai Lama van Tibet stelt dat hij de religie van liefde en vriendschap brengt. Is dat niet waar heel het nieuw testament van het christelijk geloof over gaat. Het heeft zijn 5 voorschriften die verder uitgebreid worden naargelang men verder vordert in deze religie: 1. Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het doden van levende wezens; 2. Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het nemen van dat wat niet gegeven is; 3. Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van seksueel wangedrag; 4. Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van incorrect spreken; 5.Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het gebruik van verdovende middelen als alcohol en drugs, welke leiden tot onachtzaamheid.

De religies die aan de basis liggen van de oosterse krijgskunsten zijn dus best te vertalen naar onze westerse. De principes en doelstellingen zijn volgens mij het zelfde. Is het zo belangrijk of er een God is, of we na dit leven naar de hemel gaan? Volgens mij niet. Je moet leven in het nu, wat er na dit leven komt is de toekomst en momenteel dus onbelangrijk. De principes van een betere wereld nu, dat is wat telt. De hemel, of wat dan ook na de dood, is voor morgen. Dat is waar de ware krijgskunstenaar volgens leeft. Hij werkt aan een betere wereld, aanvaardt zijn dood als ze komt en ziet dan wel hoe het verder gaat. Hij wordt niet geplaagd door de fouten die hij in het verleden heeft gemaakt. Hij leert er uit en gebruikt wat hij heeft geleerd om vandaag niet meer dezelfde fouten te maken.

Krijgskunst is dus in het oosten een deel van hun filosofie. Het is beïnvloed door hun religies maar voor de ware krijgskunstenaar is het een religie op zich. Een manier van leven die zich weerspiegelt in zijn daden.

We moeten een duidelijk verschil maken tussen krijgskunst en vechtsport. Bij vechtsport gaat het in de eerste plaats om een fysieke krachtmeting tussen 2 atleten, het is een spel binnen bepaalde regels. Krijgskunst is de kunst van het verkrijgen. Op eender welke manier. Geweld, maar ook diplomatie zijn middelen om te verkrijgen wat men wilt.

Veel moderne leraars vertellen je dat ze je krijgskunst leren. Ze spreken dan over de schoonheid van technieken, de toepassing op gezondheid, enz. . Ze trainen technieken die geen toepassing hebben in het dagelijks leven maar die lichaam en geest in harmonie moeten brengen. Net als degene die gevechtsport doen, kickbox, freefight, taekwondo, judo, enz., trainen ze maar een klein gedeelte van het geheel. Er is niets verkeerd aan om op die wijze te trainen. Men moet enkel de zaken bij de juiste naam noemen. De weg van de krijger is een moeilijke weg die in deze tijd niet meer voor veel mensen van toepassing is. De verschillende zaken die aanbod komen kunnen ons wel helpen om een beter mens te worden en te zijn in deze tijd.

Het idee van traditionele krijgskunst wordt het best omschreven door een citaat uit de‘ GO RIN NO SHO' (een boek van vijf ringen) van ‘Myamoto Mushashi’. Een krijger heeft slecht één doel “het vernietigen van zijn tegenstander met alles wat daar voor nodig is”. Onthoud, de hoofdgedachte achter het worden van een krijger is het leren van hoe men zijn tegenstander moet vernietigen. Zonder het vernietigen van zijn tegenstander speelt men een kinderspelletje. Vernietig de tegenstander ten koste van alles, zelfs als dit betekent dat je hier door zelf verwond geraakt. Denk aan niets anders dan aan het neerslaan van je tegenstander. Zelfs wanneer een groot leger ten strijde trekt, moet hun hoofdgedachte het vernietigen van hun tegenstanders zijn. Anders zullen ze verliezen en onteerd worden. Er is geen andere reden om een krijger te zijn.

Uit deze tekst zou je kunnen veronderstellen dat krijgskunst gaat over het vernietigen van een tegenstander dat het de weg is van het doden van een andere persoon of personen. Al zal de echte krijgskunstenaar niet aarzelen van te doden als de noodzaak daar is, gaat het in de eerste plaats toch om ieders eigen sterfelijkheid. Vechtkunst is in de eerste plaats het leren zelf sterven. Het leren leven met zijn eigen sterflijkheid, het aanvaarden van zijn eigen dood als een vaststaand gegeven.

In de Hagakure (het boek van de samoerai) van Yamamotot Tsunetomo (1659 – 1719) vinden we hierover een mooi citaat. Men zou elke dag het gezegde ‘dan is nu’ moeten overdenken en het in zijn geheugen prenten. Het is inderdaad vreemd dat men op een of andere manier gedachteloos door het leven kan gaan. Dus, de ‘Weg van de Samoerai’ is, dag na dag, het oefenen van het sterven, waarbij men overweegt of het hier of daar zal zijn, zich de mooiste manier om te sterven voor de geest haalt, en vast besloten is te sterven. Al is het dan ook heel moeilijk, als men het wil doen, kan men het. Er is niets waarvan men zou moeten veronderstellen dat het niet mogelijk is.

De weg van de krijger leert dus om op een eervolle manier te sterven. Vanaf onze geboorte beginnen we te sterven en vanaf ons sterven zullen we opnieuw geboren worden. Dat is het yin/yang principe. Niets is 100%, alles gaat over van het één in het ander. Leven en dood is één. Dit zelfde gegeven vinden we terug in de westerse natuurwetten. Niets gaat verloren maar alles gaat over van het één in het ander.

Als we elke moment denken aan onze eigen sterfelijkheid zullen we intenser genieten van het leven. We zullen er meer respect voor hebben, voor ons leven maar ook voor dat van een ander. De vergankelijkheid van de dingen zorgt er voor dat je dieper bij alles blijft stilstaan. Je moet leven alsof elke moment je laatste is.

In de strijd heeft de krijgskunstenaar zijn leven al opgegeven. Hij is niet bereid van te sterven maar is al gestorven. Daar komt ook het begrip vandaan: “een vermeden gevecht is een gewonnen gevecht”. In het westen is men dit gaan zien zoals in de bijbel staat dat je de andere wang moet geven als je geslagen wordt maar dat betekent het helemaal niet.

Het is enkel een gewonnen gevecht als je doelstellingen bereikt zijn. Dit kan ook zonder strijd. De krijgskunstenaar had zoveel uitstraling, chi, dat niemand het waagde hem aan te vallen. Hoe kan je iemand verslagen die al gestorven is. Hij was bereid om tot het uiterste te gaan. Zijn doel is om eervol te sterven in de strijd. Een vermeden gevecht is dus een gewonnen gevecht als de tegenstander zonder strijd geeft wat je wilt hebben. Om dit te bereiken moet je innerlijke kracht enorm groot zijn. Alleen de aanblik van zo’n persoon boezemt zoveel angst in dat de tegenstander verlamt en niet meer aan strijd denkt.

De echte krijgskunstenaar heeft oog voor alle facetten van het leven: kunst, religie, wetenschap, vaardigheden, enz. . Vele krijgskunstenaars gaan ook andere wegen bewandelen om een bredere kijk op het leven te krijgen. Alleen als men het leven 100% begrijpt kan een krijgskunstenaar zijn volledige kracht bereiken. Myamoto Mushashi tekende en dichte veel. Dit is opnieuw het yin/yang principe toegepast op het leven. Het idee dat alles in evenwicht moet zijn. Het trainen van het vernietigen van leven moet gepaard gaan met het genieten van de schoonheid van leven. Op deze manier blijft het respect voor het leven en zal men niets doen waar men later spijt van heeft.

Krijgskunst is dus eigenlijk een religie op zich. Het is de religie van het sterven en van het leven in het nu, meer dan eender welke andere religie. De ware krijger is niet op zoek naar verlichting, naar het verdienen van een hemel. Ook dat heeft hij losgelaten. De krijger leeft in het nu en voor het sterven in de strijd voor een hoger doel in het nu en voor de principes waar hij voor leeft. Deze principes verschillen van krijger tot krijger. Zijn mede afhankelijk van de plaats en de tijd waarin hij leeft, van de instellingen die hij zelf heeft.

Myamoto Mushashi geeft de volgende gedragsregels mee aan de mensen die zijn strategie willen leren:

1. Denk niet onoprecht

2. De weg bestaat uit oefenen

3. Leer iedere kunst kennen

4. Ken de wegen van alle beroepen

5. Maak in wereldse zaken een onderscheid tussen winst en verlies

6. Ontwikkel een intuïtief oordeel en begrip voor alles

7. Neem dingen waar die niet gezien kunnen worden

8. Besteed zelfs aandacht aan kleinigheden

9. Doe niets dat geen zin heeft

Zoals alle religies werd en wordt ook de weg van de krijger misbruikt om mensen voor hun karretje te spannen. De samoerais zijn daar een mooi voorbeeld van. Het woord samoerai betekent dienen. De bushido, de code van de samoerai, werd geschreven om een onoverwinnelijke krijger te creëren maar ook een krijger die controleerbaar was. In die tijd wilde de Mongolen de oversteek naar Japan maken om het te veroveren. Gelukkig voor de Japanners vergingen de boten van de Mongolen in een storm. De huidige heerser van Japan besefte dat zijn krijgers geen partij waren voor de Mongolen en heeft dan de bushido gemaakt. Het resultaat was een onoverwinnelijke krijger die slaafs in dienst stond van zijn overste. De ideale soldaat dus. De samoerai kon elk moment bevolen worden door zijn meester, overste om seppoeko (rituele zelfmoord door het opensnijden van het hara, donjon, zwaartepunt van het lichaam) te plegen. De dood was dus constant aanwezig voor hem en het leven erg vluchtig. Niets kon hem dus nog deren want hij was al dood. Hij moest over niets berouw hebben zolang hij leefde volgens de bushido code. Dit is allemaal goed zolang de heerser het beste met de wereld voor heeft maar erg gevaarlijk indien dat niet zo is. Zoals met alle religies loert misbruik om de hoek. De ware krijger is mentaal sterk genoeg om goed van kwaad te onderscheiden en volgens zijn eigen wetten te leven. Op deze manier voorkomt hij misbruik van zijn talenten.

Hoe kan dit alles nu nuttig zijn voor de mensen die niet leven als krijger, de meeste mensen dus in deze tijd! Er zijn vele redenen om een onderdeel van krijgskunst te volgen. Men kan het doen om de fysieke oefeningen, men kan het doen voor gezondheid, men kan het doen voor mentale sterkte. Het hoofdzakelijk trainen van de fysieke oefeningen heeft tot de verschillende sporten geleid.

De toepassing van krijgskunst als sport zorgt voor een gezond en goed uitgebalanceerd lichaam. Ik denk niet dat er veel andere sporten zijn waar het lichaam zo volledig getraind wordt. Vechtsport leert mensen omgaan met stress. Voor zij die aan sparring doen is het een gezonde manier om agressie te kanaliseren.

De laatste jaren is er de trend dat krijgskunst onderdelen meer en meer gebruikt worden als gezondheidsoefeningen. Dit is niet zo vreemd. De oude vechtsystemen in het oosten waren hoofdzakelijk gebaseerd op het chi-gong. Het werken met energie. In krijgskunst wordt dit gebruikt om aanvallen te absorberen en om enorme kracht, die nooit met spieren zou bereikt kunnen worden, in zijn aanvallen te brengen. Als men deze energetische aanvallen gaat richten op de accupunctuur punten of organen is dit vernietigend voor het lichaam van de tegenstander. Het is niet zo vreemd dat de oefeningen van krijgskunst om dit te trainen nu als gezondheidoefeningen gebruikt worden omdat chi-gong en accupunctuur oorspronkelijk voor de gezondheid was bedoeld. Het is bewezen dat het regelmatig beoefenen van chi-gong de gezondheid verbeterd. Het heeft positieve invloed op het beenderstelsel en op de algemene gezondheid van het lichaam. Het energetisch bewegen zorgt er voor dat je geen spierkracht nodig hebt tijdens je bewegingen. Deze manier van bewegen is zeker heel interessant voor bejaarden mensen. Mediteren zorgt voor alfastralen in de hersenen. Deze stralen doen de timus groeien. De timus is een orgaan ergens onder het borstbeen waar onze t-killercellen (weerstand tegen ziekte) worden geprogrammeerd. Hoe groter de timus dus, hoe meer de weerstand tegen ziekte.

Als laatste kan krijgskunst gebruikt worden om een grotere mentale weerbaarheid te verkrijgen. Om beter te leren omgaan met tegenslag en de problemen van het leven. Eén van de belangrijkste principes van krijgskunst is “balans”. Alles wat je doet in het leven moet in evenwicht zijn. Je lichamelijke houding in een gevecht moet altijd in balans zijn. Het in balans zijn van het lichaam zorgt voor een betere gezondheid. Een goede houding voorkomt o.a. rugklachten. Maar ook je geestelijke houding moet in balans zijn. Een goede geestelijk balans zorgt er voor dat je nooit berouw of spijt moet hebben over wat je gedaan hebt. Als je toch spijt hebt over iets is het teken dat de balans van het leven op dat moment niet in evenwicht was. Dan heb je een fout gemaakt. Sta niet te lang stil bij je fouten, leer ervan en ga verder met je leven. Leef in het “nu”.

Het leven in het nu is erg belangrijk en kan veel depressies voorkomen. De moderne mens maakt zich teveel zorgen over de fouten die hij in het verleden heeft gemaakt. Hij maakt zich teveel zorgen over wat de toekomst hem zal brengen. In mind fulness (wat eigenlijk een moderne variatie op zen is met een westers psychologische inslag) wordt dit mooi omschreven: “het verleden is voorbij, de toekomst is nog niet, vandaag is een gift dat nu heet!” Krijgskunst leert je om je eigen sterfelijkheid te aanvaarden als een vaststaand gegeven. Ons niet te veel te hechten aan wereldse zaken. Om het leven los te laten maar ook om los te laten in het algemeen. Los laten is niet het zelfde als verdringen. Bij verdringen gaan we doen of het nooit gebeurd is. Het wordt ergens weggeborgen in het onderbewustzijn met de bedoeling er nooit meer aan te denken. Spijtig genoeg werkt ons onderbewustzijn zo niet. De verborgen en onverwerkte emotie blijft bestaan. Een onschuldige gebeurtenis kan de trigger zijn om deze emoties terug op te roepen en een onredelijke reactie, voor de onwetende omgeving, te veroorzaken. Los laten betekent dat je over de dingen die je overkomen nadenkt, eventueel oplossingen zoekt, maar er niet blijft over piekeren. Dingen overkomen ons en daar kan je nadien niets meer aan veranderen. Je kan der wel uit leren en dan laat je het los. Je weet dat het gebeurd is, geeft het een plaats in je leven en gaat dan verder met dat leven.

Krijgskunst leert je om je volledig te geven om een doel te bereiken. Het is niet erg als je het doel niet bereikt, zolang je maar echt geprobeerd hebt. Dit is ook een typisch verschil tussen het westers en oosters denken. Wij hebben dikwijls enkel respect voor de winnaar. In het oosten bereiken de helden meestal helemaal hun doel niet. Ze zijn heldhaftig omdat ze de lat hoog leggen en er alles voor hebben gedaan. Het wel of niet bereiken van het doel is dan maar bijkomstig.

Alles wat je doet in een gevecht doe je 100%. Als je aanvalt en je aarzelt, zal je vernietigd worden. Zo ook in het leven. Neem je een beslissing, ga er dan 100% voor. Aarzel niet want dan zal je mislukken. Dat wil niet zeggen dat je onnadenkend dingen moet doen maar eens een beslissing genomen ga je er 100% voor. En opnieuw, sta niet te lang stil bij het slagen of falen. Leer ervan en ga verder met je leven.

Het bestuderen van je tegenstander op zoek naar zijn zwakheden is een belangrijk onderdeel van krijgskunst. In een gevecht zullen we deze zwakheden gebruiken om onze tegenstander te vernietigen maar in het dag dagelijkse leven zijn het dikwijls deze zwakheden die mensen menselijk en mooi maken! Krijgskunst leert om respect te hebben voor zijn medemensen, ook en misschien vooral in al zijn zwakheden.

Krijgskunst zorgt er ook voor dat je jezelf kent, dat je jezelf aanvaard zoals je bent. Met je talenten en sterke punten maar ook met je gebreken en tekortkomingen. “Zelf kennis is het begin van alle wijsheid!” Je persoonlijkheid bestaat uit 3: de persoon die je zou willen zijn, de persoon die andere vinden dat je bent, de persoon die je werkelijk bent. Die 3 personen zouden grotendeels dezelfde moeten zijn.

Als laatste wil ik nog een wijze raad van de oude Chinese meesters meegeven: “Wraak is zinloos, je moet gewoon je vijanden overleven zodat je op hun graf kan pissen…” Haat niet want haat vraagt veel energie. Haat zorgt dikwijls voor machteloze woede wat ook veel energie vraagt zonder dat je er iets mee bereikt. Heb mededogen, ook met je vijanden want het leven zelf zal je wraak zijn. Het klinkt filosofisch maar is, zoals alles in krijgskunst, erg praktisch. Wie naar het zwaard grijpt zal door het zwaard sterven, hoeveel mensen zijn daar nog klaar voor. Loontje komt om zijn boontje. Maar het beste benadert de waarheid: soort zoekt soort! Mensen die slecht door het leven gaan worden vermeden door goede mensen en eindigen bij andere slechte mensen. Iemand die erg gewelddadig is zal door zachtmoedige mensen vermeden worden en komt terecht in een gewelddadig milieu. Vroeg of laat ontmoet hij iemand die sterker is dan hij en anders zullen ze wel met een groep afspreken. Is het je al opgevallen dat mensen die hun partner bedriegen meestal zelf erg jaloers zijn. Mensen die stelen zijn bang om zelf bestolen te worden, het zelfde met oplichters. Zelfs als je niet de rekening geserveerd krijgt voor je daden zullen al deze zaken voor een hoop stress zorgen en stress verkort het leven drastisch.

Vriendelijk en goed zijn is dus een erg egoïstische daad die vooral je zelf ten goede komt. Menselijkheid en bescheidenheid zijn belangrijke eigenschappen om gelukkig door het leven te gaan.